De kracht van
spreken en communiceren

Tools & Tips
Wat wil
dit zeggen
Wat kan
je doen
Wat kan je
beter vermijden

Wat wil dit zeggen?

Het wil zeggen dat je niet alleen bent!
Wanneer je je zorgen aan anderen duidelijk maakt en ze bespreekt, gaan jullie samen al meer kunnen bereiken dan wanneer je er alleen mee blijft zitten.

Het is altijd beter te spreken en te handelen dan niets te doen. In team en samen met anderen kan je ook meer bereiken dan wanneer je alleen blijft met deze vragen en verontruste gevoelens. Ga in gesprek met een medebegeleider, hoofdbegeleider of iemand die je vertrouwt.

Wat kan je doen?

Je bent omringd met medebegeleiders, hoofdbegeleiding, kookouders, hulpverleners… Bespreek altijd met iemand of in het team over wie je verontrust bent en welke stappen jullie nu samen verder kunnen nemen. Uiteindelijk willen we allemaal samen het beste voor een kind/jongere.

Maak een stappenplan
  1. Maak helder en concreet wat je te bespreken hebt. Vertel de ‘need to know’ en niet de ‘nice to know’.
  2. Ga samen na of het geen noodsituatie is. Indien er een noodsituatie is moet je de politie bellen of hulpdiensten (het ziekenhuis).
  3. Spreek duidelijk af wat jullie met de informatie gaan doen.
  4. Bekijk en bespreek wat jullie meteen voor het kind/de jongere kunnen betekenen.

Welke simpele stappen kunnen jullie nemen om jullie werking nog veiliger en fijner te maken voor elk kind. Is er extra gerief aanwezig? Kan een begeleider een kind thuisbrengen waarvan de ouders telkens niet komen opdagen? Hebben jullie het JAC of een OverKop-huis al eens betrokken in een stadsspel?

Bel dan politie of hulpdiensten op het nummer 101 of 112.
We spreken van een noodsituatie wanneer bij een kind of jongere direct fysiek gevaar dreigt en dus direct bescherming nodig heeft.

Wanneer er verwonding is toegebracht, poging tot wurging is waargenomen, een kind geen medicijnen krijgt die noodzakelijk zijn voor diens gezondheid…

Ken je de api niet? Een API is een aanspreekpersoon integriteit. Voor elk thema waar over grenzen wordt gegaan, zoals kindermishandeling, racisme, pesten, uitsluiting… kan je bij een api terecht. Minstens elke koepel heeft een api. Leer de api kennen! Je kan voor veel zaken bij die persoon terecht!

Eindig elk overleg met een besluit: Wat is jullie volgende stap? Wie doet wat en wie neemt welke rol op zich?

Je bent nooit zéker. Dat maakt dat velen in deze fase rondjes blijven draaien (ja, maar wat als … ja, maar wat als… ja maar, …). Vermijd dat je te lang in deze fase blijft hangen en maak duidelijke afspraken.

  • Sta stil bij de valkuilen. Is de angsthaas, struisvogel, prins op het witte paard, de mol of de speurneus niet te veel aan het woord?
  • Maak duidelijk wat je al weet en waar je nog over twijfelt.
  • Bekijk wat je kan doen om hiermee aan de slag te gaan.
  • Is iedere begeleider die het kind begeleidt op de hoogte en bekijken jullie de situatie vanaf nu allemaal nog meer met een oogje in het zeil?
  • Hebben jullie concrete vragen of nood aan afstemming om de signalen te interpreteren? Leg dan vast wie wanneer en met wie je een overleg plant.
Omgaan met verontrusting is geen gemakkelijke opdracht. Heb je nog vragen? Bel 1712. Zij zijn het gewoon mensen te begeleiden in het omgaan met geweld. Wat kan je vragen? Bij 1712 kan je terecht voor alle vragen rond geweld, verontrusting en welke stappen dat je kan nemen. De medewerkers hebben ook het doel om jou en het kind/de jongere verder te helpen. Maak je verhaal helder en stel duidelijke vragen. Dit zal jullie helpen om tot de beste antwoorden te komen. Heb je het gevoel dat je meer verdiepende advies wil, of meer opvolging, kan het helpen om met het plaatselijke vertrouwenscentrum kindermishandeling contact op te nemen. Ook zij kunnen jullie bijstaan en adviseren.

Houd rekening met:

  • Onduidelijke gedachten
  • Gedachten die elkaar tegenspreken
  • Schuld- en schaamtegevoelens
  • Maturiteit van het kind of jongere

De mate waarin jij (en de ouders) de regie overneemt van de jongere, hangt samen met de leeftijd van de jongere en de inzichten dat die al zelf heeft. Je moet wel altijd, eender welke leeftijd dat het kind heeft, die op de hoogte brengen van de stappen die je neemt.
Wanneer beslissingen achter de rug van het kind worden gemaakt, weet die dat niet en voelt die zich nog steeds in de steek gelaten. Ga naar je warm hart, luisterend oor en ga in gesprek met het kind. Een kind/jongere wil zich gezien en gehoord voelen en daarmee help je.

“Ik weet dat je het thuis moeilijk hebt, we kunnen nu niet snel alles veranderen. Weet dat je veilig bent hier en we blij zijn dat je hier bent”.

Maak contact met het kind.
Val niet meteen met de deur in huis wanneer je met een kind/jongere in gesprek wil gaan. Spreek ze eerst even aan op waar ze mee bezig zijn en vertel misschien iets over jezelf. Zo breek je eventuele spanning en treedt je in relatie. Erna kan je dieper ingaan op de gevoelens, vragen en wensen van het kind/de jongere.

Neem eerst contact op met 1712 en vraag hulp. Zo sta je sterker in je schoenen om in gesprek te gaan met ouders.

Dit is vaak spannend en we begrijpen dat dit geen gemakkelijk stap is. De meeste ouders willen het beste voor hun kind.

Wanneer het misloopt, staan veel mensen vaak al klaar met een streng oordeel, waardoor het voor ouders vaak moeilijk is hulp te vragen of advies te krijgen. Het kan dus zijn dat een ouder boos, verontwaardigd, verdrietig of beoordelend reageert. De schrik (of angsthaas) hiervoor mag je echter niet tegenhouden toch het gesprek aan te gaan.

Onderaan vind je tips in het omgaan met deze moeilijkere reacties. (Geweldloze communicatie).

Ga na het gesprek met ouders ook telkens terug in gesprek met het kind/ de jongere. Blijf de gevoelens en leefwereld van het kind of de jongere serieus nemen!

Het kan zijn dat er al jeugdhulppartners of anderen betrokken zijn bij het gezin. Dan is het goed met hen contact op te nemen en jullie bevindingen te delen.
Denk bv. aan: Awel, CLB, JAC, VAGGA, OverKophuizen, nupraatikerover.be.

Indien er nog geen jeugdhulp betrokken is, kan je altijd de jongere stimuleren met hun in contact te komen. (Zonder in de valkuil van de held te vallen).
Vraag na of de jongere/het kind familie in de omgeving heeft of een contactpersoon waarbij die terecht kan wanneer die zich niet veilig voelt.

Het is mogelijk dat je ondanks de inzet van al je krachten te weinig vooruitgang merkt voor kinderen en jongeren. Soms is een situatie ook zo ernstig dat meer nodig is.
Je kan in samenspraak met je medebegeleiders, hoofdbegeleider, API, hulplijn 1712 of anderen beslissen om contact op te nemen met een Vertrouwenscentrum Kindermishandeling in jouw regio.

Dit kan door anoniem advies te vragen of door een melding te maken bij het vertrouwenscentrum kindermishandeling.

Info over Vertrouwenscentra Kindermishandeling en contactgegevens:
www.vertrouwenscentrum-kindermishandeling.be/onze-centra/.

Wat kan je beter vermijden?

Wees niet de mol

De mol gaat blind op het doel af. 
Hij weet perfect wat hij allemaal moet doen en weet wie hij moet contacteren wanneer er kindermishandeling gebeurt en begint direct te plannen.

Eerst neemt hij contact op met de medebegeleiders en de API. Maken jullie je ook zorgen? Vervolgens neemt hij contact op met 1712 of het vertrouwenscentrum kindermishandeling voor advies. Hij leest zich in over het onderwerp. Dit zijn allemaal goede stappen! Maar hij brengt het kind niet op de hoogte dat hij deze stappen aan het ondernemen is.

Dit is een veel voorkomende valkuil. Wanneer een kind zich niet betrokken voelt in het proces, zal die zich in de steek gelaten voelen. Jij bent er dan misschien veel mee bezig, maar dat weet de jongere of het kind niet, wanneer je die niet mee in het proces betrekt. Blijf altijd naar het kind kijken en luisteren!

Tools & Tips

  • Stel open vragen. (Wie, wat, waar, wanneer)
    Vermijd waarom vragen. Met waarom-vragen roep je een kind ter verantwoording en de reden van het geweld. Het is nooit de schuld van het kind/de jongere.
  • Benoem gevoelens. Wanneer je naar het gevoel van een kind/jongere vraagt voelen ze zich gezien en helpt het hun beter uit te drukken wat er in hun omgaat.
    Blijf bij de leefwereld van het kind en laat je eigen emoties niet de overhand nemen.
  • Geef complimenten: Kinderen die thuis problemen hebben worstelen vaak met een groot schuldgevoel en het gevoel ‘niet goed genoeg’ te zijn. Wanneer je benoemt wat ze goed doen en waarom dat goed is, geef je een kind/jongere een gevoel van controle en eigenwaarde.
  • Luister!
  • Bespreek je zorgen concreet: Vraag naar de noden van het kind/de jongere. Wees eerlijk waar jij bij kan helpen en licht toe wat je van plan bent te doen. ‘Ik zal met een collega bespreken dat je het moeilijk hebt thuis, omdat ik niet alleen kan beslissen hoe ik jou het beste kan helpen”…
  • Stel de vraag: Is er iets waarvan je zeker wil dat ik het niet vertel aan iemand anders? Probeer met deze wens zo veel mogelijk rekening te houden. Indien je het toch moet vertellen, licht dan ook toe waarom het zo belangrijk is dat je het er met iemand anders over zal hebben.
  • Licht het plan toe. Wees helder in welke verdere stappen je wil ondernemen en waarom. Wees eerlijk over jouw eigen onzekerheden en wat je wel en niet kan doen.
  • Dwing nooit een kind tot spreken!
  • Laat weten welke hulpkanalen voor het kind/ de jongere nog bestaan en waar die naar toe kan.
  • Ga het gesprek aan Laat weten wat je zorgen zijn. Je kan melden dat je je zorgen maakt om het welzijn van het kind en of er zaken zijn waar je rekening mee moet houden. Is er iets gebeurd thuis waarom je verandering ziet in het gedrag van een kind? Leg uit waarom je je zorgen maakt.
  • Wees begripvol en bied een luisterend oor. Sta open voor het verhaal van de ouders. Kijk naar de luistertips die je meekreeg wanneer je je zorgen maakt om een kind en pas ze ook toe in het gesprek met ouders.
  • Beoordeel de ouder niet. Je weet niet waarom sommige zaken mislopen en het is ook niet aan jou om dat te beoordelen. Wanneer jullie beslist hebben verdere stappen te nemen, breng de ouder daarvan op de hoogte. Overleg wat jullie in de tussentijd voor het kind/de jongere nog kunnen betekenen.

Wanneer je in gesprek gaat met een kind of ouder over kindermishandeling kan het dat die boos, verontwaardigd, beoordelend, verdrietig… reageert.

Geweldloze communicatie van Marshall B. Rosenberg maakt duidelijk hoe jij kalm kan blijven en met moeilijke reacties kan omgaan.

Er zijn vier stappen in geweldloze communicatie:

Waarnemen: Benoemen wat er gebeurd en wat je ziet
Gevoel: Benoemen welk gevoel het bij jou teweeg brengt
Behoefte: Duidelijk maken waar jij nu nood aan hebt
Verzoek: Voorstel geven hoe het gesprek verder te houden

Beoordeel zelf de andere niet, praat vanuit jezelf (gebruik ik), wees open en begripvol.