Q&A

Wat is kindermishandeling?

Kindermishandeling roept veel op. Het woord ontleden kan helpen. Wanneer er mis gehandeld wordt naar kinderen en er voor hen risico op ontwikkelingsschade is, kan men spreken van kinder-mis-handeling.

Er zijn veel vormen van kindermishandeling. Het gaat over elke vorm van lichamelijk, emotioneel of seksueel geweld tegen kinderen. Niet door ongeval, maar door daden of nalatigheden van ouders of andere personen.

De gevolgen van kindermishandeling brengen de ontwikkeling van het kind in gevaar.

Lichamelijke mishandeling en verwaarlozing: slaan, schoppen, bijten, het toebrengen van brand- of snijwonden, krabben, schudden, vergiftigen… Lichamelijke verwaarlozing betekent dat er geen, te weinig of verkeerde aandacht is voor kledij, voeding, slaap, veiligheid, medische verzorging, …

Emotionele mishandeling en verwaarlozing: schreeuwen, uitschelden, kleineren, vernederen, bedreigen, chanteren, afwijzen, opsluiten, pesten, verwerpen te hoge eisen stellen, beschuldigen, kinderen of jongeren getuige laten zijn van partnergeweld… Voor emotionele verwaarlozing is dit een tekort aan liefde, aandacht, betrokkenheid, interesse, respect, onderwijs, communicatie, veiligheid, voorspelbaarheid, opsluiting, negeren, niet luisteren,…

Seksueel misbruik: Wanneer een kind of jongere door een volwassene betrokken wordt bij seksuele activiteiten die niet passen bij de leeftijd van het kind of de jongere. De seksuele activiteit kadert in de behoeftebevrediging van de volwassene.

Seksueel misbruik kent vele gradaties. Het gaat van begluren, aanraken, strelen, zoenen, tonen van pornografisch materiaal,… tot expliciete seksuele handelingen zoals penetratie.

Bij seksueel misbruik worden de grenzen van het kind of de jongere overschreden en ontstaan er vaak gevoelens van verwarring en onmacht. Het seksueel misbruik kan zowel door een familielid als door een buitenstaander gepleegd worden. Ook tussen kinderen en jongeren kan er sprake zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Praten over geweld roept emoties op bij jezelf en bij de ander. Communiceren met mensen die geweld hebben meegemaakt of opvoeders aanspreken op hun opvoedgedrag kan stress voor jezelf opleveren. Dit geldt vaak ook voor het kind en de opvoeder.

Kinderen hebben hun tijd en timing nodig. Hen onder druk zetten om over de mishandeling te vertellen is sowieso niet goed. Wees geen speurneus.

Vertellen over een ingrijpende ervaring zoals kindermishandeling vraagt tijd. Daarom moeten we kinderen altijd serieus nemen áls ze uit zichzelf iets vertellen.

Het helpt om het kind te laten weten: bij ons of bij mij kan je terecht met wat dan ook. Het beste is om plaats te maken waarin heel duidelijk is dat mishandeling en misbruik bestaan, maar niet normaal zijn en dat je daarover mag praten op deze plek. Het meest helpend is om zonder oordeel te reageren, en zowel met woorden als zonder woorden uit te stralen: ik luister.

Kinderen die geweld meemaken onthouden dat er iemand voor hun was, die sprak en luisterde. Het gaat niet zozeer om het oplossen van de situatie, wel over iemand die hen laat merken dat ze, ondanks hun gedrag (want dat kan gezien de omstandigheden in heden of verleden wel eens anders zijn dan je zou willen) welkom zijn. Deze kinderen hebben vaak niemand bij wie ze terechtkunnen. De jeugdwerking kan hun veilige haven zijn, waar ze gezien en gehoord worden. Ook al zie je niet meteen verandering in de situatie of bij het kind, het kind zal latere leeftijd nog weten wat jij hebt betekend. Dit zijn herinneringen die sterken en niet verloren gaan.

Wanneer je in gesprek gaat met de ouders/zorgfiguren van het kind, is het belangrijk dat je dit pas doet nadat je dit hebt besproken met het kind. Wees hierin eerlijk en vertel wat je wel en niet zal bespreken met de ouders/zorgfiguren. Beloof het kind niks wat je niet kan waarmaken. Leg ook uit waarom je het belangrijk vindt om dit te bespreken met de ouder(s).

Het is mogelijk dat jouw spreken met het kind en diens ouders/opvoeders het geweld thuis een keer meer doet escaleren. (Een keer op wellicht heel veel keren.) De verandering die het teweeg kan brengen is van een veel grotere meerwaarde!

En onthoud, je bent niet alleen! Omring je goed wanneer je stappen neemt om te spreken.

Op de website vind je tips om het gesprek zo goed mogelijk aan te gaan!

Het kan zijn dat een ouder/opvoeder beslist om het kind niet langer naar het jeugdwerk te laten gaan nadat een situatie van kindermishandeling werd aangekaart.

Voor een kind kan dit een groot verlies betekenen, een leuke plek en veilige haven die wegvallen, daar waar de thuissituatie mogelijks onveranderd blijft.

Maak je zorgen over het welzijn en de veiligheid van het kind daarom concreet en neem contact op met het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling van jouw provincie. 

Als omstaander is het vaak moeilijk om in te schatten of er iets en wat er precies aan de hand is binnen een gezin. Je wilt mensen ook niet zomaar beschuldigen.

 

Als je twijfelt, kan je het beste wel iets doen. Want als er sprake is van kindermishandeling en je stopt dit op een vroeg moment, dan kan je een hoop problemen voorkomen. Zodra je buikgevoel aangeeft dat er iets niet pluis is, licht je iemand in die je vertrouwt en waarmee je jouw gevoel kan aftoetsen.   Het is nooit fout om naar je buikgevoel te luisteren en erover met iemand in gesprek te gaan.

Bekijk eerst wie je binnen je team vertrouwt en bespreek daarmee al je vragen.

Heb je meer vragen, dan kan je binnen je koepel of vereniging terecht bij de API of aanspreek persoon integriteit (zie verder voor meer informatie) 

Hebben jullie nog vragen, dan kan je terecht bij 1712, ook anoniem, of bij de Vertrouwenscentra Kindermishandeling. 

Ben je een jongere en denk of weet je dat je zelf mishandeling meemaakt? Dan kan je terecht bij Nupraatikerover.be voor anonieme vragen.

API staat voor aanspreekpersoon integriteit. Elke jeugdwerkorganisatie heeft een API. Je kan deze persoon contacteren binnen je organisatie als er sprake is van een integriteitsschending. Dat is elke vorm van lichamelijk, seksueel, moreel of psychisch gedrag waarvan jij vindt dat het over jouw grens gaat of over de grens van iemand anders.

Een uithuisplaatsing van een kind is niet de eerste keuze. Eerst en vooral geeft de (jeugd)hulpverlening de voorkeur aan hulp binnen het gezin, zodat het kind/de jongere bij het gezin kan blijven. 

In omstandigheden waarbij het kind heel onveilig is, kan een uithuisplaatsing nodig zijn.